Monday, August 6, 2007

Deel 33: Hanoi, 0728 - 0802

Hanoi de eerste dag
Aangekomen op zaterdagmorgen, om half acht zijn we al in het hotel omdat het in Vietnam een uur vroeger is dan in China, tijdsverschil met Nederland is nu 7 uur.
We beginnen met wat rond te lopen in de oude stad, waar ons hotel midden in ligt. Direct al heel anders: er zijn overal koffiebars, de letters op borden zijn voor ons bekend hoewel er veel tekens boven de letters staan, de straatjes zijn vol met westers ingerichte, toeristische winkeltjes: veel prachtige zijde winkeltjes in het gebied waar we lopen, er zijn flink wat blanke toeristen (Nederlanders en Fransen zijn over vertegenwoordigd naar ons idee), de baquettes en de croissants staan weer overal aangeprezen en de koffie is weer heel goed. Hanoi doet Frans aan. Ik geloof dat de Fransen die cultuur van koffie en stokbrood en croissants overal hebben weten achter te laten ook al zijn zij er al meer dan 50 jaar weg.
Heerlijk warm weer, echt tropisch.

We lunchen aan een van de meren (Hoan Kiem Lake of Schildpad Meer) die in de stad zijn, heel idyllisch uitzicht over het meer met een zuchtje wind. Dit wordt de plaats waar we steeds ontbijten en dineren. En passant regelen we de 1e dag gelijk wat we verder in Hanoi gaan doen, bestellen via het hotel de treintickets voor de tocht Hanoi- Hoi An die vrijdag de 3de augustus al vol zit. Daardoor zijn we een dag korter in Hanoi dan we willen: slechts twee en een halve dag. Want we reserveren ook een driedaagse tocht naar de Halong baai die vanuit Hanoi plaatsvindt.
We lopen wat verder dan de oude stad, komen weer langs een meertje, komen door een heel arme wijk met allerlei koopwaar. De wijk waar de sneltrein echt dwars doorheen gaat. De afstand tussen de rails en de huizen is vaak minder dan twee meter, geen hekwerk of wat dan ook er tussen, kinderen spelen tussen de rails en als de toeter gaat moeten ze zorgen dat ze weg zijn. Met hollandse ogen houdt je het bijna voor onmogelijk wat je ziet.
En we lopen tegen de Thâp Diêm tempel aan. Het lijkt een boeddistische tempel, waar allerlei mensen heel actief bezig zijn. Ook zien we voor het eerst dat paarden een belangrijk aandachts punt zijn. Krijgen niet te pakken hoe het precies zit, teveel taal problemen.
Lopen vervolgens door richting rode rivier, maar we halen het niet, het wordt snel donker en we proberen het experiment van de riksja. Met z’n tweëen in een riksja is echt voor een nedderlands stel als Geer en Kees veel te nauw. Zijn blij dat het eindpunt snel is bereikt.

Na de eerste prachtige dag zitten we aan het al vertrouwde meer midden in de oude stad. We hebben nog niet goed binnen dat we in Vietnam zijn. Het nog een beetje als een plaatje / film. Een stukje verwarring komt ook bij ons boven.

De verwarring
Waarom is het verwarrend om in Vietnam te zijn? Geer probeert er aan het eind van de eerste dag iets van te benoemen, zittend aan het meer, en Kees schrijft over het Army Museum, dat in de verwarring ook een rol speelt:
Verwarring: oude dingen komen boven: onze woede destijds tegen Amerika, we lezen over Dien Bien Phu, My Lai, Tet offensief en kerstoffensief, de strijd van de Vietcong, de vele namen die we tegen komen en die wij alleen van de "Vietnam oorlog" kenden zoals het treinticket naar Da Nang.
Zeer emotioneel om dan nu daar te zijn. En hebben het erover dat wat er na de hereniging in ’75 aan wraakacties heeft plaatsgevonden door de Vietcong niet zo erg in onze idealistische kraam te pas kwam. (het komt overeen met wat we de volgende dag in het Army Museum lezen: "The Northern people always thought about the fraternal South). Hield onze betrokkenheid op na de oorlog? Ik herinner me dat het MCNV niet meer zo duidelijk was in haar uitspaken en vooral de hulp en opbouw benadrukte.
We gaan ook de feiten bekijken: het "Army Museum" aan de Dien Bien Phu straat is indrukwekkend. Het bestaat uit twee delen, het verzet en de overwinning tegen de Fransen van 1945 tot 1954, vervolgens de Amerikaanse Vietnam oorlog volgend op de Franse oorlog met de overwinning op 30 april 1975.

Het eerste deel geeft de start van de communistische partij aan, de onderhandelingen in 45 en 46 met de Fransen na de tweede wereld oorlog, hoe Ho Chi Minh en de zijnen zich na het Haiphong incident in november 1946 terug trekken in de bergen en in herfst van 1947 beginnen met het eerste Viet Bac offensief. Daarna laat het, met een aantal tussen stappen, zien hoe zij in 51 dagen Dien Bien Phu innemen en bijna 10.000 Franse militairen gevangen nemen incl. de generaal en de officieren.
Het tweede deel is geheel gewijd aan de opsplitsing in noord en zuid Vietnam, de verkiezingen die afgesproken waren na twee jaar en niet werden uitgevoerd en dan de gehele oorlogsvoering vanaf 1957 als een burgeroorlog met Amerikaanse adviseurs van zuid tegen noord Vietnam en vervolgens van hoe de Amerikanen er zelf instappen vanaf 1966. Johnson besluit hiertoe hoewel eea reeds door Kennedy geheel was voorbereid. Natuurlijk hier de propaganda van Noord Vietnam en hun interpretaties. Ook hoe de opbouw van aantallen Amerikanen in Vietnam verlopen is en weer is afgebouwd met de piek van 568.000 zoals het hier stond.
Een van de indrukwekkendste getallen die Kees vond was bij het "monument" van allerlei vliegtuig schrot en vliegtuigmoteren schrot dat bij elkaar was gezet. Het bordje zegt dat gedurend de Amerika oorlog van 1961 tot 30 april 1975 er 33.068 vliegtuigen boven Vietnam zijn neergehaald cq vernietigd van zowel de US als van Zuid-Vietbamese luchtmacht met relatief eenvoudige middelen.
Kees heeft nog steeds enige moeite om dit getal te geloven, want dit zou inhouden ca 7 vliegtuigen per dag gedurende die 14 jaar. Het zijn er in ieder geval veel geweest. Als al dat geld eens positief zou zijn besteed in plaats aan destructie, hoe zou de wereld er dan uit zien nu? Ook dat komt op in onze "verwarring".
Maar ook: we realiseren ons dat alleen mensen van boven de 60 dit alles bewust hebben meegemaakt en wat jonger is niet meer. We merken dat Engels de voertaal is voor de toeristen. Geen Frans, dat is ook al meer dan een halve eeuw geleden. Wat in ons hoofd zit over Vietnam, is allang verleden tijd. We komen aan in oud-Hanoi en we zien heel veel huizen in Franse stijl van meer dan 50 jaar geleden. Is Hanoi dan niet gebombardeerd?
Een andere verwarring treedt op als we ontdekken dat de hele stad volhangt met banners, er bloemperken zijn gemaakt, een groot monument is opgericht ter herdenking van 60 jaar ...ja ..wat? 27 juli 1947 – 2007.
We kunnen in onze gids niets van 1947 vinden. Navraag op straat en in café leert dat de mensen het (90% of meer) òf niet weten òf ze het hebben over de herdenking van de vele Vietnamezen die in de oorlogen tegen de Fransen en Amerikanen gevallen zijn. Dat kan niet beweren wij. Het enige wat er rond ‘47 plaatsvondt is dat de Fransen in november ’46 bij Haiphong veel mensen gedood hebben en dat Ho Chi Min toen besloten heeft de bergen in te gaan, de start van acht jaar oorlog tegen de Fransen. En toch is gisteren grootscheeps iets herdacht en zijn alle gevallenen daaraan gekoppeld (later in het museum zullen we zie dat 27 juli al jarenlang een herdenkingsdag is). En men blijft erbij dat het de Amerikanen zijn geweest. We zullen het thuis verder opzoeken; misschien de start binnen de vietcong van de voorbereidingen van het Viet Bac offensief dat in najaar en winter van 1947 startte tegen de Fransen.
Wat is er aan de hand met wiens historisch bewustzijn?
Verwarring ook dat we nu lopen te flaneren in een land dat zo getroffen is. Dat we een ticket kopen om 3 dagen naar de prachtige Halong baai te gaan, vlak onder de beruchte Tonkin baai.
In begin dachten we dat we wellicht wat voorzichtig zouden moete zijn omdat er nog haat gevoelens tegen de Amerikanen zijn en velen ons in eerste instantie ook voor Amerikanen aanzien. We merken er niets van; inderdaad Engels is de voertaal binnen het toerisme, de dollar accepteert iedereen en wordt als inflatievast gebruikt. Ja de oorlog is heel erg geweest denken de meesten, maar we moeten verder laat die geschiedenis maar achter ons wat gebeurd is kunnen we niet veranderen nu moeten we verder komen. Althans dat is na enkele dagen onze indruk. Ongewild helpt een Frans stel ons: de vrouw komt uit Zuid-Vietnam, haar familie is destijds deels naar Noord-Vietnam gegaan, deels in het Zuiden gebleven. Ze praat er niet over, gaat op algemeenheden en andere dingen over als we iets vragen. Haar man zegt verontschuldigend dat het beter is vooruit te kijken.
Vietnam begint bij ons binnen te komen, morgen gaan we naar de Perfume Pagode een tocht per bus, boot en voet ca 60 km zuid west van Hanoi. De eerstetwee dagen lukt het nog niet ons helemaal in Vietnam te voelen.
Hanoi de tweede dag
Zondagmorgen gaan we op tijd de oude binnenstad in na een ontbijtje bij het eerder genoemde meer. We volgen een route door de oude binnenstad die bij een tempel op een klein eilandje aan de noord kant van het Hoan Kiem Lake begint. De Ngoc Son Tempel ligt op het kleine eilandje en is omringd door treurwilgen waardoor het heerlijk schaduwrijk is.

De Ngoc Son Tempel en een enkele beschouwing naar aanleiding daarvan
De tempel is gesticht in de 18de eeuw en gewijd aan de wijsgeer Van Xuong en Generaal Tran Hung Dao, de laatste versloeg de Mongolen in de tijd van Gengish Khan (1285), en wordt geёerd voor dit feit en voor zijn uitspraken / geschriften over het recht op vrijheid van een volk. Drie documenten worden genoemd, nl: An appeal for Officers and Man, waarin het gedrag van het leger wordt beschreven om de wil te hebben de vijand te verslaan en twee Militaire handboeken, de een theorie en de andere de praktijk, die nog steeds als van grote waarden worden gezien. Vele straten zijn naar de top tien helden over de eeuwen heen vernoemd, ook hij valt daar onder evenals Le Loi. Hier merken we dat de Vietnamezen al 3 à 4.000 jaar steeds zorgen dat ze weer vrijkomen uit een vreemde overheersing. Hebben we dat over het hoofd gezien in de 20ste eeuw?
Voor en tijdens het reizen door de landen die we bezoeken lezen we ook over hun geschiedenis.
Zo ook over die van Vietnam. Nog twee quote’s halen we hier aan:

1. In 1418 komt een rijke filantroop Le Loi binnen Vietnam op het toneel. Hij reist door het heel land en leidt de mensen naar de Lam Son Opstand tegen de Chinezen, die in 1428 tot een zegen leidt. Le Loi verklaart zichzelf keizer Ly Thai To van Vietnam. Zijn rechterhand, kameraad en wijsgeer Binh Ngo Dai Cao, schrijft in die tijd (1428)de grote onafhankelijks verklaring van Vietnam:
"Our people long ago established Vietnam as an independent nation with its own civilization. We have our own mountains and our own rivers, our own customs and traditions, and these are different from those of the foreign countries to the north…... We have sometimes been weak and sometimes powerful, but at no time have we suffered from a lack of heroes".
2. De Londense hoofdredacteur van de Lonely Planet uitgave 2005, schrijft:
"The Americans were simply the last in a long line of invaders who had come and gone through the centuries and, no matter what was required or how long it took, they too would be vanquished. If only the planners in Washington had paid a little more attention to the history of this proud nation, then Vietnam might have avoided the trauma and tragedy of a brutal war".
's Middags lopen we verder door de stad.
Enkele dingen die opvallen in zo’n wereld stad van 5,5 millioen inwoners:
Zowel op zaterdag avond als op zondagavond rond het bekende meertje gelopen ca 2 km. Je ziet veel gezinnen rondslenteren: grootouders, kinderen en kleinkinderen, dit is echt het plekje waar een deel van Hanoi relaxed.
De jeugd van 18 tot 25 met honderdtallen op bromfietsen, scooters en kleine motortjes om het meer heen. Bijna onmogelijk om over te steken, te meer daar verkeerslichten regelmatig worden genegeerd. Het toetert: "hier kom ik aan, uit de weg". Men zit zelden alleen op de scooter of kleine motor maar twee of drie is het meest voorkomend. Maar het gaat gemakkelijk tot vijf. Klein kind staat direct achter het stuur, vader zit voorop het zadel , moeder achterop en tussen hen in nog eens twee kinderen/volwassenen.
In de binnenstad zijn "Hang" straten (hang is een artikelsoort). "Hang" als de straat van de manden etc, zo zijn er 51 allemaal met een ander product. Prachtig de nauwe straatje en de artikelen die worden aangeprezen.
Vervolgens ‘smiddags naar het Army Museum , gelegen aan de Pho Dien Bien Phu. Het gaat vooral over Dien Bien Phu en de Vietnam Amerika oorlog.
Wat ook opvalt is dat je bijna geen politie of militairen ziet. Ook in China zie je ze heel weinig, maar hier in Vietnam nog minder. En dat voor een communistisch land, waarvan we vaak denken dat er veel rondlopen en dat er geen vrijheid is.
De taxi’s hebben evenals in China een meter en zijn goedkoop. In China is de meter goed afgesteld, verzegeld en kun je er geheel op vertrouwen. Hier niet, men kan er mee knoeien. Het heeft een dag geduurd voor we het door hadden. Maar toen we ongeveer eenzelfde rit maakten als zaterdag en plotseling ipv 20.000 dong 80.000 dong zagen verschijnen was het te gek. Afgerekend met 50.000 en weg was hij zonder protest. Nu is het weer marchanderen voor we instappen.
Perfume Pagode
We besteden onze derde dag Hanoi helemaal aan een bezoek aan de Perfume Pagode, zo genoemd omdat het gebeid in het voorjaar wanneer er veel pelgrims komen enorm naar velerlei bloemen ruikt. Het is een belangrijke heilige plaats van het Vietnamese Boeddhisme. Het is geen pagode in de gewone zin van het woord. Hij bevindt zich in een grote druipsteengrot, 60 km ten zuiden van Hanoi.
De weg erheen is een prachtige natuurtocht. Na twee uur bussen, gaan we in viertallen in stalen roeibootjes die ons een uur door het Vietnamese land varen: lotusbloemen, vissers, rijstvelden, kalkrotsen, helemaal geweldig. Daarna gaan we aan land en gebruiken de lunch net boven de rivier. Het is nu niet druk, we zien dat het geheel op veel, veel meer mensen is uitgelegd, maar daar zijn wij alleen maar blij om.
Dan een fikse klim van 40 minuten de berg op in de hitte om bij de grot te komen. De gids moedigt iedereen weer aan om met de kabelbaan te gaan maar een ieder kiest voor de klim. Hoewel achteraf de kabelbaan waarschijnlijk een aantal zeer mooie uitzichten zou hebben gegeven. Terug lopen we dezelfde route en ook weer dezelfde prachtige boottocht.
Terug van vier tot zes via de kleine weggetjes. Het busje gaat overal doorheen en menig een moet aan de kant voor de veel toeterende auto. Hij wint er misschien 15 minuten mee. Jammer dat het zo moet.
Toch een heel welbestede dag met veel meer oog voor het vlakke rondom Hanoi, waar net zoals in China iedere vierkante meter wordt benut.
Halong Bay en Cat Ba
We hebben ingeschreven op een tocht van drie dagen en twee nachten naar Halong Bay / Cat Ba. Halong Bay is een grote baai aan zee ter hoogte van Hanoi die bekend is om de prachtige kalkrotsformaties die rechtop uit zee opstijgen. Die kalkrotsen vormen een archipel van honderden eilandjes, de meeste onbewoond, alleen vogels en misschien wat konijnen wonen er.
Cat Ba is de stad op het grootste van die eilanden, een km of 25 in doorsnee.
We vertrekken ’s morgens vroeg in een busje met 16 mensen, een tocht van 3,5 uur naar Halong Bay City, aan de baai. Wij zitten vlak achter de chauffeur, een mooie plaats voor het uitzicht, maar ook de plaats waar je ziet hoe gevaarlijk de chauffeurs in Vietnam inhalen. Enfin, het is weer een mooie tocht, we beginnen gewend te raken aan het mooie Vietnamese landschap met rijstvelden, lelies, lotusbloemen, groente, mensen met de bekende punthoeden die op het land werken of aan de wiebelende bamboestok bamboemanden met last vervoeren, met huizen en rotsen op de achtergrond. De huizen zijn van voren heel smal en hoog en lopen diep door naar achtere. Dit wordt nog steeds zo gedaan omdat land schaars is in Vietnam en de belastng bepaald wordt doorde breedte van de woning.
In Halong City komen we aan in een geweldig toeristisch gebeuren, even slikken, straks op het water zal het wel beter worden. We lunchen op het schip, een slechte namaak Chinees aandoende jonk voor 16 personen. Prima echter om ons rond te laten varen en één van de twee nachten in een baai te slapen.
We varen na enig wachten weg en de lunch wordt geserveerd. De Halong Bay is inderdaad zo mooi als in een sprookje. De rotsformaties veranderen steeds van vorm, soms met veel bossen begroeid, soms bijna helemaal kaal.


En bij het prachtige weer dat we op enkele uurtjes regen na hebben, is het heerlijk om boven op het dek te zitten uitkijken. De 1e middag gaan we op bezoek in een grote grot met mooie druipstenen. Een heel mooie grot, die volgens de gids al heel veel jaren droog is. Dat is echter niet zo want als je een beetje wacht en de mensen laat passeren hoor je het water licht druipen en zijn er ook veel natte plekken.
Sommige druipstenen zijn al heel hoog en raken bijna het plafond, dan praten we toch over 15 à 20 meter.
De grot is heel mooi, we moeten alleen moeite doen ons niet te laten afleiden door de enorme mensenstroom, de vele bijbehorende kakelende gidsen die allemaal dezelfde grapjes uitleggen over wat de rotsen voor stellen: leeuw, vrouwenborst etc. Wat ons ook niet zint zijn de vele kleuren lampjes die de hele grot opleuken.
Het zwemmen daarna is ook met grote hoeveelheden mensen.
Niet echt wat we gedacht hadden dus. Als we ’s avonds in een baai met tientallen boten blijken te overnachten, voelen we wel teleurstelling. Na de rustieke dag naar de Perfumepagode waar er bijna geen mensen waren, nu dit. We bedenken ons te laat dat met wat beter onderzoek er ook wel wat rustigers te vinden was geweest, al zegt de gids dat er slechts enkele plekken in de hele Halong Baai zijn waar schepen mogen afmeren. Op zich geen slecht besluit. We doen het met wat er is en over de boten heenkijkend toch nog een mooie avond in de baai.
Op onze boot zijn we met een zestien mensen. Een Vietnamese familie, met wie we niet kunnen praten en waarvan de zoon de tweede en derde dag heel erg ziek is, het lijkt op een voedsel vergiftiging maar later legt de gids uit dat hij op bepaald voedsel heel allergisch reageert en dat er waarschijnlijk iets fout voor hem in het eten heeft gezeten. Jammer voor het joch. Dan is er een viertal Ierse leraressen, relatief jonge meiden tussen de 25 en 35 met wie we leuke gesprekjes hebben. Zij doen veel aan zonnen, kleren en bars. Wij zitten direct bij de eerste lunch aan een heel leuke en gemêleerde tafel. Een Koreaan die in Amerika is opgegroeid en zijn zaak een paar jaar geleden gestopt heeft en nu sinds 8 maanden les geeft in Zuid-Korea, Engels zowel aan leiders van bedrijven als aan heel jonge kinderen. Alles zonder enige opleiding in het onderwijsvak. Hij praat er heel verfrissend over. Hij is met zijn dochter die in New York studeert. Een jongen van een jaar of 35 die in California woont. Zijn ouders zijn Vietnamees, vader is piloot voor Zuid-Vietnam geweest en leeft nu in een gemeenschap in California van mensen die nog steeds naast d eAmerikaanse de Zuid-Vietnamese vlag hijsen. Voor hem is het nog iedere dag oorlog zegt zijn zoon, onze reisgenoot. Zijn vader durft niet mee naar Vietnam hij is er van overtuigd dat hij direct in het gevang zou belanden, ziet zijn zoon met veel zorg en zeer gemengde gevoelens gaan. En dan een man uit Slovenië van een jaar of vijftig vijf-en-vijftig wiens vrouw 4 jaar geleden gestorven is en die nu voor het eerst op vakantie is, nu nog alleen, en straks met een nicht die in Ho Chi Mihn stad woont. De variëteit aan mensen geeft gelijk allerlei gesprekken en discussies: over de toestand in Korea, over het opsplitsten van Joegoslavië en de Vietnamoorlog. De Californische jongen vraagt ons Europeanen uit naar onze mening over Amerika en de oorlog destijds in Vietnam en nu in Irak. Noemt zichzelf geen Bush aanhanger, maar vindt het toch goed dat Amerika zorgt dat ze zelf te eten blijven houden in de wereld die volgens hem niet genoeg voedsel heeft. De gesprekken die tijdens de eerste lunch al beginnen, zetten zich 's avonds natuurlijk voort. Boeiend.

Gelukkig wordt het de volgende dagen helemaal goed gemaakt. We zien dan nog wel toeristenboten, maar niet zo veel. We zijn overgestapt op een wat kleinere boot en we varen door de prachtige Halongbaai. Het is nu eb, de rotsen buigen nu aan de onderkant naar binnen. Sommige rotsen lijken daardoor op paddestoelen. We zien ook openingen in de grotten vlak boven het water.

Bij het eiland Cat Ba gaan we een eindje fietsen in het Cat Ba Nationaal Park. We fietsen in een dal tussen bergen met tropische bossen begroeid. We komen langsrijstvelden, komen langs een dorpje waar we prachtige foto's van karbauwen en van huiselijk leven maken.
We nemen dezelfde weg terug en weer op de boot wordt er voor de lunch gezwommen. Sommingen na de lunch weer en dan wordt er gekajakt. De kajaks liggen gemeerd aan een van de vlotten waar plaatselijke mensen op wonen. Ze voorzien in hun levensonderhoud door vissen en de kajaks voor toeristen zijn bijverdienste.

Heerlijk varen door een baai, ergens onder de rots door naar een volgend baaitje, wat verkennen en wat spelevaren, aangenaam en ontspannen.
Vervolgens gaan we richting Cat Ba, een stadje aan de zuidkant van het eiland. We slapen in een hotel aan de baai, weer flink toeristisch. Maar je kunt leuk de andere kant dan de hotels op wandelen. We komen dan in de vissershaven, waar behalve vissersschepen een hele drijvend dorp ligt. Bamboe vlotten, gesteund door met schuimplastic gevulde dragers en daarop heeft men huisjes gebouwd.
Een oud vrouwtje in een heel klein bootje vaart ons er een half uurtje tussendoor.
De volgende dag varen we een lang eind terug en genieten de hele morgen van de prachtige uitzichten. We stappen weer op een grotere boot over en in Halong Bay City lunchen we, waarna we met een busje weer naar Hanoi rijden en om 4 uur aankomen.

Het is al met al een prachtige tocht geweest, stralend weer, ontspannen varen door de prachtige baai, met een mooie uitstap op het eiland, samen met een aantal leuke mensen.

No comments: