Saturday, July 14, 2007

Deel 24: etappe twaalf, Xining – Chongqing, 0706 - 0707

Bij aankomst in Xining op 4 juli bleken er alleen nog hardsleeper tickets te zijn voor de komende drie dagen. We gaan het experiment met z’n zessen in één coupé aan, een hardsleeper, ook zijn de drie bedden boven elkaar gefixeerd en kunnen niet worden opgeklapt. We nemen als voorzorgsmaatregelen: geen computer gebruiken, eten en dingen die we nodig hebben in een plastic tasje zodat onze rugzakken niet open hoeven. Er zijn in de coupé 2 x 3 bedden boven elkaar, wij slapen boven. Dat betekent: geen ruimte om rechtop of zelfs maar gekromd te zitten. Het harde valt wel mee, het slaapt net zo goed als een softsleeper. Of er genoeg ruimte is voor de bagage, is het volgende punt. We plannen om als één van de eersten in de coupé te zijn, zodat we onze zakken bovenin nog kwijt kunnen. Dat als eerste zijn lukt niet, maar de anderen hebben veel minder spullen dan wij, dus onze rugzakken kunnen in het vak bovenin. Weliswaar met de punt over het voeteneind zodat je voeten ’s nachts war minder plek hebben, maar dat is geen punt. De anderen leggen hun spullen onder de onderste bedden.
Bijna vierentwintig uur voor de boeg. Om 11.13 rijdt de trein weg.

We blijken een gezellige coupé te hebben: een jonge lerares Engels (geboren in China en met haar ouders mee geëmigreerd naar de VS op 8 of 9 jarige leeftijd en verder volledig in USA opgegroeid en nu terug in China, haar ouders en zus wonen nog in de States, resp in Idaho en in Seattle), een meneer die veel lacht en veel slaapt op het onderste bed, maar niets dan Chinees spreekt en twee wat jongere jongens: beiden werken in de toeristenindustrie, één organiseert reizen naar Tibet) en de andere is nog jonger. Beide jongens spreken een heel klein beetje Engels en willen allerlei prijzen weten: wat wij voor wat betaald hebben en hoe we dat hadden gedaan.

Er onstaat gelijk een heel discussie rond het Chinese spoorboekje dat Kees in Xining gekocht heeft om de afstanden die we afleggen te weten te komen. De jongens van de toeristenindustrie brengen Kees verder, de lerares vertaalt. In de loop van de dag zien we dat de vier mensen waarmee we onze coupé delen veel praten en lachen, een vrolijke boel. Een vriendje uit een andere coupé komt erbij en later een jongen die als shiftmanager op de Xining-staalfabriek werkt. En dat alles speelt zich af op één onderbed – op het andere slaapt de meneer die lacht en weinig Chinees spreekt – en de twee klapstoeltjes op de gang voor onze coupé. Wij worden natuurlijk uitgebreid ondervraagd en geobserveerd, o.a. de sociale voorzieiningen in Nederland en China worden besproken. En de hele coupé komt niet meer bij van het lachen als Kees kiekeboe speelt met rwee kindertjes uit een naburige coupé. Het spel vermaakt niet alleen de kindertjes, maar de hele coupé gedurende zeker een half uur.
Vlak voordat we aankomen in Chongqing krijgen we nog adviezen over hoe naar ons hotel te komen en tenslotte maakt men ons erop attent dat de mannen in Chongqing met ontbloot bovenlijf lopen. Wil men ons waarschuwen voor de schok? Het blijkt af en toe ook zo te zijn in deze stad die één van de drie warmste is van China, en heel vochtig: vooral werklieden lopen van boven bloot òf – wat je in heel China ziet en wat veel komischer is – ze hebben hun hemd opgestroopt tot onder hun oksels. Dat over het leven in onze coupé.
Dan het naar buiten kijken. We hebben dit traject tot Xi’an waar we om 10 uur ’s avonds aankomen op de heenweg ook al afgelegd. Weer zien we de prachtige heuvels en bergen en rivieren die steeds modderbruin zijn en die soms heel hard stromen. Wat ons blijft verbazen is: je hebt vrij hoge heuvels, daar zijn tot heel hoog terrassen op gemaakt waar je akkerbouw op ziet. Hoe men daar dan op komt om te werken, is ons een raadsel. Vergeleken met twee en een halve week geleden zien we dat de velden nu veelal geoogst zijn: we zien veel schoven op het veld staan te drogen.

No comments: