Saturday, July 7, 2007

Deel 21: Tibet 0622 - 0703, deel 2 uit 3

Lhasa
Lhasa ligt op 3650 m hoogte, in een vlakte tussen de bergen aan de noordzijde van de rivier Kyi Chu, die later verder gaat als Brahmaputtra. Het is een stad van tegewoordig zo’n 300.000 inwoners, waarvan het aantal Han Chinezen snel toeneemt, nu al meer dan 60%. Naast het oude gedeelte is het een moderne stad, met grote wegen, reclame en sinds enkele jaren ook een supergrote westerse warenhuizen. Veel van de winkels worden door Han Chinezen gedreven. De ontwikkelingen gaan snel, heel snel. Lhasa heeft veel tempels, kloosters en ook parken.
Van ons verblijf in Tibet brengen we aan het begin en eind enkele dagen (resp. 3 en 2) in Lhasa door.
Ons hotel ligt in het Tibetaanse gedeelte van de stad, waardoor we vlakbij de levendige oude markststraatjes zitten. We kijken onze ogen uit:
  • naar de typische Tibetaanse huizen. Ze zijn vaak iets in trapezevorm gebouwd en in iedergeval zijn de (zwarte) raamkozijnen in trapezevorm geconstrueerd of geverfd. De deuren prachtig rood of bruin met koperbeslag en de ramen, daklijsten en poorten in de voor Tibet zo typerende motieven en felle kleueren geverfd houtsnijwerk.
  • naar de mensen. Veel getaande gezichten. En de vergelijking met de Mongolen drong zich herhaaldelijk op: blosjes op de wangen, vorm van het gezicht wat rond. De ogen alleen minder in spleetjes, wel wat. Dit is generaliserend, natuurlijk zijn er ook langwerpige gezichten, maar ons valt het ronde op.
  • naar de Tibetaanse kleding: jurk met plooi van achteren, gestreept schort, hoofddoek kunstig gevouwen: van voren breed (ter afscherming van de zon?) of een hoed met rand. De ceintuur bij de rijkere vrouwen met zilveren gesp met een zilveren ronde cirkel eraan. Als ze zonder hoofddeksel lopen hebben ze in de vlechten gekleurde strengen gevlochten. Dat hebben nogal wat mannen ook. De mannen dragen ook oorbellen. Het lijkt wel of iedereen hier heel lang haar heeft, ook de mannen.



· naar de gevarieerde koopwaar. Dingen als overal: eten, huishoudelijke artikelen en opvallend veel frisse groenten (bosuitjes, geweldige trosjes champignons, paprka, kool, komkommer, aubergine, bloemkool, broccoli, etc).

Speciale vermelding verdienen de religieuze artikelen: gebedsmolens, allerlei gebedvlaggetjes, wierook in alle soorten en maten. En om te branden gebruikt men vooral veel boter van yak die in grote brokken in de stalletjes ligt.

Men doet boter in een kommetje, een pit erin en klaar is kees – kennelijk heeft yak boter heel veel vet in zich. Allerlei van die koperen kommetjes ook te koop. In de tempels en kloosters zijn grote bakken van die boter (lijkt precies kaarsvet) met een serie pitten. Daar staat soms bij geschreven dat het niet bedoeld is om mee te nemen.
· naar de mensenstroom, die met de klok mee, om de Jokhang loopt. Deze rechts draaiende groep betuigt op deze wijze haar respect voor het Boeddhisme. De in hoofdzaak oudere vrouwen die hun gebedsmolen draaien en soetras prevelen. Regelmatig komem we ook gelovigen tegen die deze rondgang maken, zich steeds na drie stappen geheel ter aarde werpend. De kleuren pracht van de kleding. In deze groep zie je naast Tibetanene ook veel Chinezen.

We brengen heel wat uurtjes in die straatjes door.

We bezoeken in Lhasa viijf kloosters/ paleizen.
De Potala.
Hèt paleis van het Tibetaanse Boeddhisme. Het paleis ligt op een heuvel en beheerst het hele beeld van Lhasa.Het is gebouwd door Koning Songsten Gampo in de 7e eeuw en tot zijn huidige omvang vergroot door Lobsang Gyatso, "De Grote Vijfde" in de 17de eeuw. Het ligt op een rots in het dal waarin de rest van Lhasa is gebouwd op 3700 met, omringd door bergen.
Tenminste 7.000 bouwvakkers werkten aan de tempel (denk aan het omhoog sjouwen van al die stenen!) en 1.500 kunstenaars en handwerkslieden.
De Potala ( te vergelijken met de vroegere Vaticaan) diende als administratief centrum van het Tibetaanse Boeddhisme, als zetel van de Tibetaanse regering, als klooster, als fort en als huis van alle Dalai Lamas. Het telt meer dan 1000 kamers. Er is een wit paleis (onderste stuk) en een rood paleis (hogere verdiepingen). In het witte paleis zijn de vertrekken waar de huidige Dalai Lama en zijn voorganger, de 14de en de 13de gewoond hebben.

De slaapkamer van de 14de Dalai Lama met Tsongkhapa geschilderd boven zijn bed.
In het rode paleis vindt je een indrukwekkende, grote ontvangsthal, diverse kapellen met levensgrote of nog grotere Boeddha's en andere standbeelden en veel graven van de diverse overleden Dalai Lamas in de vorm van gouden of zilveren stupa's.
Wat een pracht en praal overal! Bijvoorbeeld de Stupa van "De Grote Vijfde" een stupa van 12,6 meter hoog, en aan de basis 7,6 meter in het vierkant geheel met bladgoud afgewerkt en met edelstenen versierd; vooral aan de voorkant: deze heeft totaal 3721 kg goudplaat en er zijn 10.000 edelstenen als versiering aangebracht. Wel dit is de grootste, maar ook de anderer Dalai Lamas hebben grote Stupa’s na hun dood gekregen met veel goud, zilver en edelstenen.
We hebben wel wat dubbele gevoelens bij zoveel kostbaarheden bij een godsdienst die eenvoud predikt. Dus hier net als overal? De leiders hadden het voor zichzelf goed voor elkaar. En dan vertelt een monnik bij een van de tombes dat de betreffende Dalai Lama zelf niet zoveel pracht wilde, maaar dat de mensen dat na zijn dood ter nagedachtenis hebben gedaan..... Kom nou toch denken wij dan. Die dubbele gevoelens steken af en toe bij het bezoeken van andere kloosters en tempels in Tibet even de kop op. We slagen er goed in die niet de overhand te laten krijgen en genieten van al het moois.
Even pauze in de Potala
Van bovenaf de Potala hebben we een fantastisch uitzicht over de stad en omgeving. Het is allemaal zo mooi, groots en indrukwekkend, dat Kees nog een tweede keer een ochtend in de rij gaat staan om de dag daarna nog een keer het paleis te bezoeken. Geer houdt het bij één bezoek.
De Jokhang Tempel.
Dit is de heiligste tempel van het Tibetaanse Boeddhisme ter wereld. In de 7e eeuw gebouwd door Prinses Bhrikutsi uit Nepal, een van de vrouwen van koning Songtsen Gampo. Dat is de naam die je steeds tegenkomt, hij maakte in de 1e fase Tibet groot (zie geschiedenis) en hij omarmde het Boeddhisme dat door zijn twee vrouwewn uit Nepal en China Tibet binnen was gebracht en maakte het Boeddisme tot de religie van de Tibetaanse bovenlaag. an bovenaf de Potala hebben we een fantastisch uitzicht over de stad en omgeving. Het is allemaal zo mooi, groots en indrukwekkend, dat Kees nog een tweede keer een ochtend in de rij gaat staan om de dag daarna nog een keer het paleis te bezoeken. Geer houdt het bij één bezoek. De Jokhang Tempel. Dit is de heiligste tempel van het Tibetaanse Boeddhisme ter wereld. In de 7e eeuw gebouwd door Prinses Bhrikutsi uit Nepal, een van de vrouwen van koning Songtsen Gampo. Dat is de naam die je steeds tegenkomt, hij maakte in de 1e fase Tibet groot (zie geschiedenis) en hij omarmde het Boeddhisme dat door zijn twee vrouwewn uit Nepal en China Tibet binnen was gebracht en maakte het Boeddisme tot de religie van de Tibetaanse bovenlaag.
In de tempel zien we Songtsen Gampo met zijn Nepalese en Chinese vrouw: huwelijk als middel om de verhoudingen tussen Tibet en deze landen te pacificeren. Een van de legendes wil dat onder Lhasa het hart van een grote demon ligt. En dat de tempel gebouwd werd als een van de 12 in en rond Lhasa om die demon vast te pinnen. Hoe het ook zij, de Jokhang tempel valt ons op door zijn prachtige kleuren met knalgeel als hoofdkleur, zijn mooie bellen op het dak. En zijn prachtige uitzicht op de Potala. Buiten de tempel bij zien we massa’s mensen zich biddend languit ter aarde werpen, vele keren achtereen. Met plankjes aan de handen gebonden ter bescherming van de handen. Bij de Potala zagen we dat trouwens ook.
Tsang Kung Nonnenklooster
Dit klooster staat in onze gids onder de naam Ani Tsangkung nonnenklooster. Op onze tocht door de straatjes van de stad lopen we er tegen aan. Een niet zo groot, maar heel aardig klooster. Het eerste klooster voor vrouwen dat we deze reis tegenkomen. Het lijkt ons dat het er gemoedelijker aan toe gaat. Je mag fotos nemen, de nonnen maken leuke praatjes met ons. Toevallig of heeft het met sexe te maken? In een achteraf hoekje, je loopt er bijna aan voorbij, is in een soort put een meditatie kamer van Songsten Gampo te zien.
Het Norbulingka complex.
Norbulingka betekent Juwelenpark. In een prachtig park gelegen ligt dit complex van een aantal tempels die gebouwd zijn voor diverse Dalai Lamas als zomerverblijf. De 8e Dalai Lama is ermee begonnen en iedere nieuwe Dalai Lama kreeg zijn eigen paleis. In 1956 is het grote "Nieuwe Zomerpaleis" voor de huidige Dalai Lama er in twee jaar gebouwd. Hij was toen 21 jaar. We bezichtigen alle vertrekken van deze Dalai Lama. We zien in een paleis ook een twintigtal verschillende koetsen om in het park uit rijden te gaan. Ook hier beschrijft de Dalai Lama in zijn boek dat het een gift van zijn volgelingen betreft uit respect en hij er nooit om heeft gevraagd.

De Ramoche tempel
De Chinese prinses Wencheng, vrouw van Songtsen Gampo (zie geschiedenis) bouwde deze tempel in de 7e eeuw. We komen er op de 2e dag van de grote feesten ter ere van de 15e van de 5e maand van de Tibetaanse maankalender. Het is er stampvol, binnen met monniken en buiten en in gangen met leken. Iedereen zit te bidden: men prevelt een stem na die uit de luidsprekers klinkt en schuiven met de kralen van hun kralenkettingen. Wij denken: pech gehad, die tempel kunnen we dus niet bekijken. Maar bij het loket is een dame die zegt dat het wel kan. Via een sluipweg – o.a. de keuken waar we zien hoe de boter voor de kaarsen gemaakt wordt - komen we in de gangen van de tempel en langs de woonvertrekken van de monniken. We gaan naar het dak en bekijken de tempel van buiten evenals het uitzicht over de stad. Overal waar we komen biddende mensen. Soms een mobieltje afluisteren of een andere afleiding tussendoor.
Dan leidt de dame ons naar de tempel zelf en ze zegt dat we naar binnen kunnen gaan en de gebruikelijke ronde met de klok mee kunnen aan maken. Dat doen we dan maar. We voelen ons wel behoorlijk gegeneerd, als witte toeristen rechtop ons tussen de zittende monniken doorwringend. Er is aan één kant een heel nauw paadje en aan de andere kant helemaal niet; de monniken tillen daar hun kussen op om ons door te laten. Maar onze nieuwsgierigheid wint het van onze gêne. En we komen geen ergernis tegen, alleen monniken die ons vriendelijk gebaren hoe we verder kunnen lopen. Op de troon zit een 83-jarige lama (een lama s altijd een geïncarneerd iemand) en van hem komt de stem die we buiten door de luidsprekers hoorden.

Kees telt in de gauwigheid aan één kant waar we langs komen en waar Geer midden tussen de monniken valt, al meer dan 100 monniken. Bij elkaar zijn er duizenden mensen aan het bidden.
Heel bijzonder om dit mee te maken. We zien door ale drukte maar weinig van de beelden; we denken de Chinese prinses wel te zien.
Weer buiten gekomen spoeden we ons naar een theehuisje om bij te komen van deze enerverende belevenis

Lhasa, een heerlijke stad om in te verblijven. Zeker met het prachtige weer dat wij hadden, tot laat op een terras zitten dat over de Jokhang tempel en de bergen uitkijkt. Zo moet je je voelen als je als Lama in het zomerpaleis verblijft.

No comments: