's Avonds pakken en internetten; benieuwd naar de grote tocht.
Sunday, June 10, 2007
Deel twaalf: Ulan-Bator 0525 - 0527
Ulan Bator is de hoofdstad van Mongolië en heeft officieel 800.000 inwoners, in werkelijkheid wordt het inwoneraantal geschat op 1,1 miljoen. Dat heeft te maken met de vele mensen die vooral in slechte winters naar de stad komen met hun Ger (dat zijn de ronde tenten die zo typisch zijn en waarover een van de volgende dagen meer;zie dag 4). Als je met de trein aankomt zie je de stad van verre tussen de heuvels liggen en al gauw zie je dat gewone huizen (kleine stenen huisjes met golfplaten dak), allerlei bouwsels en gebouwen (waaronder flink wat 4-hoog flats) afgewisseld worden door de bekende Gers.
Er schijnt veel luchtvervuiling te zijn, o.a. door het stoken van kolen en zelfs rubberbanden in al die kleine kacheltjes van huizen en gers. Vrijdagmorgen 25 mei komen we om 6:40 uur aan. ’s Morgens uitpakken en wat door het centrum lopen, onze roebels wisselen voor Mongoolse torgors. We lunchen op de hotelkamer met het heerlijke bruine en een beetje zoute brood, nog uit Rusland en daarna blijkt dat wij al aan twee taxichauffeuses de weg kunnen wijzen naar het “Bogdkhan’s Green Palace Museum”. We rijden te ver naar Bogd resourt en zien een fraaie grote “gouden” Boeddha in de heuvels staan met daar boven op de heuvel een Mongoliё – Rusland vriendschapsmomument. hetgeen een fantastisch uitzicht op de stad moet geven. We komen daar niet meer aan toe. Het grote tempelcomplex is in 1905 door Tsaar Nicolaas II gebouwd voor de laatste religieuze en politieke leider van Mongolië, de 8e Bogd Lama. Stralende zon en daardoor heerlijk om in de eerste van de waarschijnlijk vele Boeddistische tempels rond te kuieren en te genieten van de mooie vrolijke felle kleuren van de vertrekken en van de kleren van diverse belangrijke religieuze figuren. Tevens had de 8e Bogd Lama daar zijn “Winterpaleis” waar hij samen met zijn vrouw en hofhouding de winter doorbracht gedurende de laatste 11 jaar van zijn leven. Hij stierf in 1924.

Dan gaan we nog naar de grote “black market”. Dat is niets negatiefs, het staat oorspronkelijk voor een markt buiten de stad waar het vanwege het stof vaak vuil is; een markt die ook goedkoop is. Er zijn talloze stalletjes met vooral textiel: eindeloos veel t-shirts, spijkerbroeken,zonnebrillen, mutsen (maar geen wollen petje voor Geer in de woestijn omdat het seizoen voorbij is). Leuk om door te lopen.
’s Avonds is het tot heel laat heel druk op het grote centrale plein vlak bij ons hotel: de mensen profiteren van het geweldige weer; de volgende regenachtige dag is het overal veel leger. Onze 2e dag is dus regenachtig. Met de taxi naar het nog grotere Gandantchinlen klooster, het huidige centrum in Mongolië voor de Yellow-Hat richting van het Boeddhisme. In diverse tempels maken we het hardop soetras lezen door de monniken en student-monniken mee, dat is bidden en tegelijker tijd mediteren.
Het komt op ons nogal ongeordend over, de jongetjes en ook de leraren maken grapjes tussendoor en gaan dan ineens weer serieus door. Een jonge monnik telefoneert met zijn mobieltje. Daardoor is het wel een vrolijk gebeuren.
We lunchen en dineren met onze gids voor de komende 12 dagen = Enki - in leuke Mongolische restaurants. We bezoeken ’s middags het Mongolisch historisch museum. Het is een goed opgezet museum in vier delen. De prehistorie over wie in Mongoliё hebben gewoond, een deel over alle minderheden en de klederdracht die deze hebben; zeer mooi gedaan. Een hele verdieping over de tijd van Genghis Khan, hoe hij het leger heeft opgebouwd, de stappen die hij heeft gemaakt en hoe het rijk later door zijn zonen en kleinzonen is door gezet. Tot kaarten van het hoogte punt van het Mongoolse rijk. We komen hier wat uitvoeriger op terug onder Mongoliё volgende hoofdstuk. En een deel over de geschiedenis vanaf toen tot nu.
's Avonds pakken en internetten; benieuwd naar de grote tocht.
's Avonds pakken en internetten; benieuwd naar de grote tocht.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment