Monday, June 11, 2007

Deel 13: Mongoliё 0527 – 0606, 3 uit 3

13-7: Tsetserleg naar Terkhiin Tsagaan Nuur, zaterdag 2 juni, 220 km
Het heuvelachtige land zet zich door en langzamerhand komen er ook echte bergen. We zien in de verte zelfs toppen met sneeuw, geen eeuwige, maar sneeuw van recente buien of nog niet gesmolten van de winter. Het wordt steeds groener. We stoppen bij een familie van vader, moeder en dochter dieop reis zijn op een “ossewagen” met 2 houten wielen, getrokken door karbauwen. De volgende dag zullen we hetzelfde zien, maar dan met yaks. Een beeld dat ons middeleeuws aandoet.

We passeren een prachtige canyon met mooi kanowater. Daar vlak in de buurt is een oude, cederachtige boom met veel blauwe sjalen van zijde eraan, door gelovigen als gift opgehangen, soms met geld erbij. De Mongolen geloven dat wensen bij deze boom en plek uitgesproken, ook vervuld zullen worden. Het zijn overblijfselen van het oude Sjamanisme. Op tal van plekken zien we dat soort rituelen, meestal steenhopen met de blauwe versierselen. In principe loop je er drie keer omheen en je werpt bij iedere rondgang een steentje op de hoop. Wij doen regelmatig dapper mee. Als je geen tijd hebt, rij je er langs onder onder luid roepen van de kreet: “ Ho-chi-laaa” wat betekent: ik heb nu helaas geen tijd. Bij deze boom bidden zowel gids als chauffeur.

In de prachtige en heel grote ger die als restaurant gebruikt wordt en die mooi gedecoreerd is, is het heerlijk aangenaam met zo, n kacheltje erbij. We maken er een advertentiefoto voor de pringels van neef Mark in Antwerpen.

Om een uur of één zijn we al op onze bestemming voor vandaag. We verblijven in een prachtig gerkamp aan een groot meer: Terkhiin Tsagaan Nuur. Prachtige natuur. Je kunt denken aan een Alpenlandschap, maar dan lieflijker met hele grote steppenvlaktes ertussendoor.
Het meer is 16 bij 20 km en 10m diep. Dit meer is tevens het meest westelijke punt van onze tocht door Mongolië.
Met straffe wind maken we een mooie wandeling langs het meer.
In het begin van de avond begint het te sneeuwen en het is koud. We hebben de stapel warme kleren dus niet voor niets bij ons. Voor het eerst in een ger wordt het houtkacheltje aangestoken, heel knus.
13-8: Terkhiin Tsagaan Nuur naar Ögii Nuur, zondag 3 juni, 320 km
De tocht gaat de eerste vijf uur de weg van de vorige dag, tot Tsetserleg terug. Vandaar nog een 100 km naar onze eindbestemming, het Ögii-meer.
We starten met een wandeling dichtbij onze slaapplaats naar de top van een vulkaan, we rijden voortdurend door lavasteen en de wandeling geeft een prachrtig uitzicht op de kratermond, waarbinnen we een heel diepe krater bewonderen, zo diep als we nog nooit zagen, heel puntig en pikzwart.
De weg naar Tsetserleg is toch heel anders dan gisteren, omdat het weer prachtig geworden is, zonneschijn op alle bergen. We lunchen weer op een mooi plekje, vandaag weer in de zon. Het eerste stuk van de tocht is prachtig groen.
Voorbij Tsetserleg wordt het droger en minder bergachtig: de bekende vlaktes. Een tien kilometer rijden we langs land dat in de communistische tijd – tot de val van het communisme in Rusland – in hoofdzaak met met rijst is bebouwd; daarnaast ook aardappelen en kool. De studenten moesten daar spitten, poten en oogsten. De grond is zó uitgeput dat er nu niets meer wil groeien. Het lijkt erop dat de zaak verzilt is. Je ziet nog wel de vorm van de grote akkers. Dat geeft in het landschap grote rechthoeken die er geelbruin bij liggen, slechter dan het omringende land. Een somber geheel. Bijzonder en zonde dat zoveel land niet meer bruikbaar is. We passeren een compound met een fabriek die geheel verlaten zijn en waar nog de nodige landbouwmachines en fabrieksapparatuur staan, geheel verroest. Een desolate aanblik.

Daarna rijden we langs veel opgedroogde zoutmeertjes. Enki vertelt dat deze meren 5 tot 10 jaar geleden nog vol stonden met zoet water. Volgens hem zijn dit de gevolgen van climate change, waardoor Mongoilië nog droger wordt dan het al was.

Om zes uur komen we in het gerkamp “Khatan Ögii” aan het Ögii-meer aan. Veel kleiner dan het meer van de vorige dag. Het is een prachtig meer en bij zonnig weer geldt dat natuurlijk helemaal. Een lekker wandelingetje en een mooie zonsondergang.
13-9: Ögii Nuur naar Khogno Khan , maandag 4 juni, 120 km
We beginnen met het bekijken van de Koltigin steen zuilen, daterend uit 732 AC. Zij bevatten Turkse, Mongoolse èn Chinese tekste. Doordat ze in deze drie talen zijn, heeft men met name het oude Turkse schrift kunnen ontcijferen. Het duidt op al heel vroege aanwezigheid van de Turken, de tijd dat de Turkse Khans over Mongolië regeerden. Momenteel wordt er met behulp van de Turkse regering een museum gebouwd. Leuk om alle houtverbindingen voor de Chinese poorten en daken te zien.
Dan door de droge vlaktes verder naar Khogno Khan, bekend om zijn zandduinen en heilige berg. Direct hiernaast is het centrum van Mongolië, zero-point.
Na de lunch bezoeken we een ruïne van een groot klooster, waar Zanazabar (de eerste Bogd Khan) zich in de 16e eeuw verborgen heeft voor de west-Mongolen. Er was in die tijd een burgeroorlog tussen west en oost Mongolië. De legers van west-Mongolie hadden het hele gebied zonder resultaat doorzocht. Bij de terugtocht zag een generaal de gouden punt van een stupa weerkaatsen in het zonlicht, net over de rand van de berg, waar het klooster lag. Hij is toen met zijn legers terug gekomen en heeft de hele zaak kort en klein geslagen. Zanazabar wist te ontkomen. Later is een enkele tempel gerenoveerd. Die bezoeken we, met name het huis waar volgens de legende Zanazabar heeft verstopt gezeten. Je moet je geen groot tempelcomplex voorstellen, het zijn een aantal vrolijk gekleurde gebouwtjes die op de helling zijn gedrapeerd.

We stoppen onderweg uitgebreid bij een moerasachtig stuk (een paar jaar geleden een vol meer) waar veel paarden in het water staan te eten. Een prachtig gezicht.

's Avonds maken we een wandeling door de woestijnduinen, met weer die mooie door de wind getekende scherpe ruggen.

13-10 Khogno Khan naar Khustai, dinsdag 5 juni, 144 km
Wederom een mooie tocht door eerst zandkleurige steppes, later krijgen ze een iets groenere kleur. We merken dat we in bewoond gebied komen: asfalltweg en grote vrachtauto's voor Ulan-Bator.
Khustai is het sjiekste gerkamp, dichtbij Ulan-Bator en voor het eerst vol met toeristen. Even wennen voor ons. Khustai is een natuurreservaat, bekend om zijn wilde Przewalski-paarden, van oorsprong uit de Manchu tijd. Er zijn twee redenen dat ze verdwenen zijn. Allereerst werden ze in de Manchu tijd gebruikt als voedsel voor de soldaten. En verder: in 1878 zijn ze ontdekt door de Pool Przewalski en van 1896 – 1904 zijn de paarden vervoerd naar Europese dierentuinen. Daartoe werden de jongen gedood en dat was het einde van de voor Mongolië zo typische wilde paarden.
Nederland heeft bij het terugbrengen van de wilde paarden een wezenlijke rol gespeeld. Professor Jan Bouwman heeft zich het lot van de paarden aangetrokken en zijn levenswerk gemaakt van het terugbrengen van de paarden in hun oorspronkelijke omgeving. Met Nederlandse regeringshulp zijn de paarden teruggebracht, een hele operatie. Het gebied is in 1993 een beschermd gebied geworden en in 1998 een natuurpark. De nomedenbevolking profiteert mee van dit grote project met een research centrum erbij. In de randgebieden van het park kunnen zij hun vee laten grazen en wordt in slechte tijden bijgevoederd.
Klein detail: als we in het bezoekerscentrum krijgen een overzicht van de historie krijgen en Enki daarbij vertelt dat wij uit Nederland komen, worden onmiddellijk de fotos getoond van Willem Alexander en Maxima die vorig jaar deze plek bezochten. Men heeft ger 2 speciaal voor hen gebouwd; het is de enige ger met een aangebouwd vierkant toilethokje voor het prinselijk paar.
Geer slaapt in net zo’n mooi prinsessenbed als Maxima.

Op ons verzoek krijgen we de rit in het park de volgende ochtend vroeg, meer kans wild te zien. We maken door de glooiende vlaktes een mooie wandeling.
13-11: Khustai naar Ulan-Bator, woensdag 6 juni, 120 km
Voor het ontbijt de rit naar het park. Leuk om deze paardjes te zien, ze zijn zandbruin van kleur, een geweldige schutkleur. Ze zijn iets kleiner dan de paarden die we tot nu toe hebben gezien en schijnen 68 chromosomen te hebben, tegen 66 de niet wilde paarden (mensen hebben 48 chromosomen). Naast paarden zien we heel veel grote marmotten die in hun kanjers van holen schieten als wij eraan komen.
De rest van de ochtend maken we een wandeling van 3 uur, prachtig en goed om alles nog eens op ons te laten inwerken. We beklimmen een heuvel en lopen langs de kam een halve cirkel om langs een heel lange teen naar beneden te gaan. Heerlijk.

Dan op Ulan-Bator aan, waar we om een uur of vier aankomen en heel erg moeten wennen aan het stadslawaai. Het is warm weer. We lopen nog wat door de stad, checken de e-mail, drinken een biertje met Enki de gids, verblijven geruime tijd op het Nomad-kantoor ivm met een fout in de trein: niet met 2 maar met 4 mensen in een coupé. Het lukt niet het te verandenren. We drinken nog een biertje en durven een lekkere shaslik aan. De terrassen die er toen we aankwamen nog niet waren, of nog niet bezocht werden, zijn nu druk bevolkt met Mongolen en toeristen. We pakken de rugzakken, drinken een wijntje en beseffen dat we aan het eind van hoofdstuk twee van onze trip zijn. Tot nu toe twee zeer verschillende etappes, die beide heel geweldig waren.
Terugkijkend
Terugkijkend op Mongolië: wat een ruimte, wat een droogte, wat een uitgebreide geschiedenis en wat veel paarden, koeien, schapen, geiten en kamelen op de glooiende steppes. Twintig miljoen vee versus 2,6 miljoen inwoners. Tijdens de bijna 25.000 km die we gereden hebben, zijn we meer ruiters te paard dan autos tegengekomen.
De eerste week – tot we in het westelijkste deel van de tocht komen – zien we nagenoeg geen bomen. En de hele tocht zien we géén voor akkerbouw ontgonnen grond behalve de gronden die tussen '70 en '90 zijn gebruikt en nu geheel uitgeput zijn. Ook zien we één perceeltje van 10 vierkante meter uitgezonderd bij de laatste ger. Wel zien we veel nomadententent (gers) en heel veel vriendelijke, mooie en zeer vriendelijke en service-gerichte mensen.
We beseffen ons dat we slechts een heel klein stukje Mongolië hebben gezien: een stukje van het zuiden en een stukje midden gedeelte. Het groenere en bergachtige westen en noorden niet. Op verschillende plekken hadden we best wat langer willen blijven.
In het algemeen een geweldige trots over het Mongool ziijn, gebaseerd op de grote Genghis Khan uit de 13e eeuw die met zijn legers een wereldrijk stichtte. Maar aan de andere kant: wat zal dit nomadenvolk nog veel stappen moeten doormaken om binnen de huidige wereldeconomie mee te kunnen doen.

1 comment:

Unknown said...

LLieve Geer en Kees,

Vandaag er eens rustig voor gaan zitten om verslag en foto's te bekijken. Geweldig om te lezen en wat weet ik toch weinig van de geschiedenis. Mongolie ken ik alleen van de "weeping camel"een heerlijke film overigens. Wat verstandig om een soort dagboek bijtehouden, want zoveel indrukken...
Hier kom ik niet verder dan Amsterdam en Scheveningen, maar dat is ook heerlijk.. Vorige week een "lady's lunch"t.g.v Mieke's verjaardag en lady Delila was ook mee. Zaterdag Louky"s verjaardag, we moeten een schort(die ik overigens niet bezit)meenemen, dus we zullen wel crea moeten zijn. Ja Geer ook je broertje.
Geniet verder van de reis, blijf gezond en blijf mooie foto's maken, erg leuk om te zien op de p.c.

Heel veel liefs van Caroline.