Tuesday, June 19, 2007

Deel 17: Pingyao, 0617-0619

Kees had Pingyao als een van de stopplaatsen op weg naar Tibet uitgezocht, omdat het als een schilderachtig hostorische stad beschreven staat met nog volledig intacte muren. Dat is een goede keuze geweest. De stad heeft als het ware in het centrum gestaan van waaruit de Chinese cultuur begonnen is, in het bassin van de Gele Rivier.
We worden met een electrisch aangedreven karretje opgehaald, auto's mogen niet in de stad. Het hotel is bij een prachtige poort in de binnenstad met mooie binnenplaats.
We lopen verder de hele zondag door het stadje uit de Qing en Ming dynastie. De stad is veel ouder, maar wel een keer grondig verwoest bij de verovering van de stad door de legers van de Ming dynastie ca 1368. De muren zijn ca 10 meter hoog boven 4 meter breed en liggen in een bijna vierkant van 1,5 km bij 1,5 km. Ze omsluiten dus een oppervlak van ruim 2 vierkante kilometer. Merkwaardigerwijs heeft de stad de Culturele Revolutie overleefd: doordat het leger hier gevestigd was, hebben de Rode Gardes hier geen kans gehad om huis te houden. En daardoor is Pingyan nog zo intact.
De hoofdstraten heel toeristsich, wel prachtige straatjes. Allemaal oude huizen met ronde pilaren, mooi geschilderde taferelen in de paneeltjes boven de deuren en ramen en allemaal prachtig, grote binnenplaatsen. Daar moeten vroeger veel mensen bij elkaar gewoond hebben. In een traditioneel huis dat we bezichtigen leren we dat de hoofdverftrekken voor de ouders het verst van de straat lagen en dat in kamers naar de straat toe de jongere gardes woonden. De bouw is eigenlijk hetzelfde als bij tempels.
We zien hoe in vorige eeuwen een bank eruit zag: veel ouderwetse kamers, voor administratie, voor de manager etc. Het blijkt dat het hele krediet wezen hier is ontwikkeld in de 19de eeuw en de bank die we bezochten had in China 144 vestigingen in 70 steden in China. Er waren fraaie foto's van de Franse President Gisgard d'Estaing die zich alles laat uitleggen.

's Middags wandelen we rond de hele binnenstad over de muur (6 km) met mooie torens en doorkijkjes de stad in. En we zien ook dat buiten de stad veel huizen gebouwd zijn, daar wonen meer mensen dan in de stad de bevolking is nu 1,4 millioen. De binnenstad is groter dan de Amsterdamse grachtengordels.


Vooral heel veel Chinese toeristen lopen er rond. Eigenlijk vallen de enkele "langneuzen" (de chinese uitdrukking voor westerlingen) niet op tussen de Chinese toeristen. Ook leuk is dat er hier drie grote tempels zijn: een voor Confucius, een voor het Taoïsme en een voor het Boeddhisme. Eigenlijk lijken die tempels qua opzet erg op elkaar, een grote hoofdtempel met daar om heen drie tot vier klienere tempels met bijgehoorden gebouwen voor uitleg.
Bij het Boeddhisme staat Boeddha in de hoofdtempel meestal met twee assistenten naast hem en de grote boos uitziende beschermers. De Boeddha's in zijn verschillende verschijningsvormen hebben de handen steeds in een aandacht vragende houding, de duim gekeerd naar een van de vingers. Boeddha is steeds glad in het gezicht, geen baard of zo. Verder zijn de monniken gekleed in oranje gewaden en als er gebeden wordt hoor je de gezongen soetras opklinken.
Bij Confucius staat het beeld van Confucius in de hoofdtempel met naast hem 4 aan weerskanten twee grote filosofen die hem verder hebben geinterpreteerd en wederom weer 10 filosofen - vijf aan elke kant - die ook het werk van Confucius hebben uitgewerkt. Zij hebben allen een soort lei voor zich waar ze in studeren. Van grote boos uitziende beschermers is geen sprake. Confucius heeft een een kinbaard en snor. We hebben geen monniken gezien bij de Confucius tempel. Meestal waren de toezichthouders gewoon gekleed.
Bij Tao ook weer de Tao persoon en zijn assistenten; ook met baard, wat zwaarder dan bij Confucius. In deze tempel waren wel "monniken?" aan wezig maar alle in een strak zwarte kledij. Wij vonden die personen het meest agressief, je moest wierook branden, een doekje nemen etc. En doneren.
Een pilsje tussen de gewone mensen, met weer leuke kindertjes en volle fietsen en karren.
De tweede dag huren we fietsen. De zadels worden maximaal hoog gezet en nog zitten we bijna met de benen tegen het stuur. Het doel van de tocht is de Shuanglin Si tempel - een grote Boeddha tempel die bewaard is. De tempel is oud en aan restauratie toe, wel de moeite waard.
Leuk om te fietsen over het platteland. We lunchen lokaal en Kees heeft een mooi gesprek over school met twee meisjes; jongens zijn buiten aan het biljarten.
We fietsen verder en komen nog in twee dorpjes die ieder nog een bijna volledige muur hebben. Dus men had vroeger zelfs ommuurde dorpen! Al het beschikbare land is bebouwd. Mensen komen af en toe kijken wat je aan het doen bent en zijn heel hulpvaardig.
Een lekke band maakt een wandeling en pauze in het dorp om te banden plakken nodig, een welkom intermezzo. Regen maakt dat we daarna snel naar Pingyao terug gaan.
Tussen het bezoeken van de tempels door lopen we veel door het stadje.
Voor het eerst sinds weken hebben we in de loop van de 2e en 3e dag gedurende enkele uren flink wat regen.

1 comment:

Marijke said...

Beste Geer en Kees, vanochtend jullie belevenissen in Mongolië en China gelezen. Het is fascinerend wat jullie zien en meemaken. Al maak je deze voor jezelf, ik maak de reis zo echt een beetje mee!! Bedankt daarvoor. Jullie zijn nu in Tibet. Hoop dat het net zo indrukwekkend is. Heel veel groeten,

Marijke